Introductie:
TIG-lassen staat bekend om zijn precisie en hoge afwerkingskwaliteit. Maar om écht strak laswerk te leveren, is de keuze van het juiste toevoegmateriaal cruciaal. Eén van de meest gestelde vragen onder TIG-lassers is: "Welke diameter toevoegmateriaal moet ik gebruiken?" In deze blog leggen we uit welke factoren een rol spelen bij het kiezen van de juiste diameter, zodat jij de perfecte las kunt leggen – elke keer weer.
1. Wat is toevoegmateriaal bij TIG-lassen?
Bij TIG-lassen wordt met een niet-afsmeltende wolfraamelektrode gelast. Het toevoegmateriaal (lasdraad) wordt handmatig toegevoegd aan het smeltbad. De diameter van dit draad bepaalt mede hoe stabiel het smeltbad blijft, hoe diep de inbranding is, en hoe de las eruitziet.
2. Waarom is de diameter van het toevoegmateriaal belangrijk?
Een te dunne draad smelt te snel, wat kan leiden tot een onregelmatige las. Een te dikke draad daarentegen kan het smeltbad afkoelen of onvoldoende smelten, wat porositeit of onvoldoende inbranding tot gevolg kan hebben. De juiste diameter zorgt voor:
-
een stabiel smeltbad,
-
goede doorlassing,
-
en een mooi visueel resultaat.
3. Factoren die je keuze beïnvloeden
a. Dikte van het basismateriaal
De vuistregel is: hoe dikker het materiaal, hoe dikker het toevoegmateriaal. Enkele richtlijnen:
Materiaaldikte | Aanbevolen draad diameter |
---|---|
< 1 mm | 1,0 mm |
1 – 3 mm | 1,0 – 1,6 mm |
3 – 6 mm | 1,6 – 2,4 mm |
> 6 mm | 2,4 – 3,2 mm |
b. Type materiaal
-
RVS (roestvast staal): meestal 1,0 – 2,4 mm
-
Aluminium: vaak iets dikkere draad (snellere smelt)
-
Koolstofstaal: variabele keuzes, afhankelijk van afwerking
c. Lassnelheid en laspositie
Voor lastoepassingen boven het hoofd of verticaal is een dunnere draad vaak makkelijker te beheersen. Bij hogere lassnelheden of automatisch lassen wordt vaak een dikkere draad gebruikt.
d. Stroomsterkte (ampèrage)
Hogere ampères vragen om een dikkere draad. Te dunne draad bij hoge stroom smelt te snel en leidt tot een instabiel proces.
4. Praktische tips voor de juiste keuze
-
Twijfel je? Begin met een 1,6 mm draad – dit is de meest gebruikte universele maat.
-
Experimenteer op een proefstukje voor je echt werk begint.
-
Stem draaddiameter altijd af op de gebruikte elektrode en stroomsterkte.
-
Raadpleeg de datasheet van je draadleverancier voor exacte aanbevelingen.
5. Veelgemaakte fouten en hoe ze te vermijden
-
Te dikke draad op dun materiaal: leidt tot onvoldoende smelting en kans op insluitingen.
-
Te dunne draad op dik materiaal: geeft onvoldoende materiaaltoevoer en lasonvolkomenheden.
-
Onvoldoende reiniging (vooral bij aluminium): zelfs met de juiste diameter krijg je slechte resultaten als het materiaal niet schoon is.
Conclusie
De juiste diameter van je toevoegmateriaal kiezen bij TIG-lassen is essentieel voor een kwalitatieve, duurzame las. Door rekening te houden met materiaaldikte, stroomsterkte en type materiaal kun je jouw keuze afstemmen op het project. En onthoud: liever vooraf even testen dan achteraf moeten herstellen.